Wij maken gebruik van cookies om de diensten en functies op onze website aan te kunnen bieden en om de gebruikerservaring te kunnen verbeteren. Begrepen Privacy Statement

Meer over...

Prijs: € 43.95 inclusief btw
Verzendkosten: € 5.35 binnen Nederland
Levertijd: 3 werkdag(en)
Bestellen...

Het nieuw moderne stadspark

door Maarten Ridderbos [Wetenschap]

Vast onderdeel van het wonen in de stad vormt het verblijf in de openbare ruimte. De meest oorspronkelijke vorm hiervan is de straat, maar pleinen en parken dragen het meeste bij tot de ruimtelijkheid in de stad. Het nieuw moderne stadspark van A5 tot folio geeft een overzicht van de ontwikkelingen op het terrein van de tuin- en landschapskunst van de laatste vijfentwintig jaar in Nederland en een tweetal metropolen (Berlijn en Parijs). Het moderne stadsparkontwerp kan niet los worden gezien van de ontwikkeling van de moderne beweging die z'n wortels heeft in de periode van voor de oorlog. De grote veranderingen op technologisch terrein in de 19e en 20e eeuw hebben een belangrijke impuls gegeven aan de modernisering van de samenleving.

De architectuur en stedebouw bepalen de fysiognomie van de stad. De grote vernieuwingen hebben een aanvang gekregen in de twintiger jaren van de vorige eeuw. Vaak gedreven door ideologische motieven met betrekking tot de realisatie van een betere samenleving ontstonden er zowel in Duitsland, als in Nederland diverse architectonische en kunstzinnige stromingen, die tezamen aangeduid kunnen worden als de moderne beweging. Voorbeelden hiervan zijn onder meer het Bauhaus, de Stijl, de Opbouw en de 8. De invloed van genoemde stromingen op de tuin- en landschapsarchitectuur was in aanvang gering. Een verklaring hiervoor is het traditionele karakter, waardoor de "landschapskunst" zich gedurende lange tijd kenmerkte. Toch waren er in deze eerste periode van voor de oorlog reeds landschapsarchitecten van naam, die contacten onderhielden met genoemde vernieuwingsbewegingen. De wederopbouwperiode van na de oorlog heeft tot weinig spectaculaire landschapsontwerpen geleid. Soberheid en reeds beproefde stijlen waren overheersend.
De jaren zeventig gaven een belangrijke impuls aan het ecologisch denken, wat leidde tot meer natuur in de ontwerpen, waarbij de inhoud de vorm meer en meer ging bepalen. Een doorbraak op het gebied van het ontwerp van parken en openbare ruimten ontstond echter in het begin van de jaren tachtig.
Eén van de eerste ontwerpers die zich geheel los wist te maken van het "strakke keurslijf van bestaande opvattingen in de landschapsarchitectuur" was Adriaan Geuze, met zijn Bureau West 8. In het landelijk gebied was Han Lörzing hem voorgegaan met zijn boekje "De angst voor het nieuwe landschap", waarmee hij afrekende met de doemdenkers van die tijd en een weg opende naar een meer onbevangen wijze van ontwerpen. Mede gestimuleerd door een groot aantal uitgeschreven prijsvragen door diverse overheden in buiten- en binnenland, kwam er geleidelijk aan een onafgebroken stroom op gang van ontwerpen van openbare ruimten en parken in grote, in middelgrote steden.
Was er in de jaren tachtig nog sprake van een economische recessie, de jaren negentig werden gekenmerkt door economisch bloei. De ideologisch getinte moderne beweging van voor de oorlog had inmiddels plaats gemaakt voor een generatie ontwerpers, waarbij bevlogenheid en kwaliteit voorop stonden . Met het "Grote steden beleid" van de Paarse kabinetten, bleef de overheid echter nog steeds het belang aangeven van het nut en de zin van de verbetering van de openbare ruimte. "Een goed ingerichte openbare ruimte draagt bij tot een verbetering van het leefklimaat in de stad". Deze bijdrage is echter van bescheiden omvang, dat heeft de ervaring inmiddels wel geleerd. "Het nieuw moderne stadspark van A5 tot folio" is dan ook vooral bedoeld een beter inzicht te geven in een tijdsperiode, die veel ontwerpers een eigen koers heeft laten uitzetten.

Veel van de behandelde ontwerpplannen hebben reeds eerder aandacht gekregen in de fase waarin ze werden ontwikkeld. Dit boek laat de plannen zien in hun uitgewerkte vorm, waarbij de meeste reeds een aantal jaren goed functioneren. Naast bekende ontwerpen als het Parc Citroën (Parijs) en het Museumplein (Amsterdam), is er ook aandacht voor minder bekend werk, als het Parc Atlantique (Parijs) en het Volkspark Potsdam (nabij Berlijn). Tot de meest recent aangelegde parken behoren het: Chasséterrein (Breda), het Witteveenplein (Rotterdam) en de Rietlanden (Amsterdam).
Dat met het nieuwe elan van de laatste vijfentwintig jaar de ecologisch gedachte allerminst op de achtergrond is geraakt, komt het best tot uitdrukking bij het park de Zaart (Breda), het Park Noorddijk (Groningen) en het Abtswoudse park (Delft).
Een curieus en inmiddels ook hoogst functioneel verschijnsel is het park ontstaan uit een zogenaamde veranderend grondgebruik. Hiermee worden een aantal "vliegen in één klap geslagen". Vaak door bedrijvigheid ontstane vervuiling van de bodem wordt gereinigd, de buitenruimte wordt "herwonnen" op de stad (efficiënt), een bestaand stadsdeel gaat in leefbaarheid (enorm) vooruit.
Veel van de behandelde parken en ruimten zullen zich de komende decennia verder ontwikkelen. Deze tijdsopname maakt het toekomstige onderzoekers mogelijk, de plannen in hun volgroeide vorm beter te begrijpen en te vergelijken.

ISBN: 9789059740815
 
Formaat: 140x210 millimeter (b x h)
Omvang: 314 pagina's
Verschenen: 15 november 2005


Bestellen...